Farmacologie in Ayurveda is beschreven in "Dravyaguna vigyan", en heeft in zijn arsenaal verschillende geneeskrachtige planten en worden alleen of in combinatie gebruikt. 
Ayurveda gelooft dat geneesmiddelen (geneesmiddelen of dieet stoffen) zijn gemaakt van de specifieke combinaties van de panchamahabhoota (vijf elementen die alle materie op aarde vormen). Deze geneesmiddelen helpen het individu voor zijn gezondheid te behouden en om ziekte te behandelen wanneer deze optreedt. 
Dravyaguna vigyan betreft de eigenschappen, acties, gebruik, dosering, de tijdstip van toedienen en  bereid volgens bepaalde formule van geneesmiddelen.

Ayurveda heeft medicijnen beschreven dat 7 specifieke kenmerken heeft. Dit zijn: 

• Dravya (medicijn)
• Rasa (smaak)
• Guna (eigenschap)
• Veerya (sterkte)
• Vipaka (metaboliet)
• Prabhava (specifiek eigenschap)
• Karma (actie)
• Dravya (Medicijn)

Dravya wordt beschreven als substantie en wordt gebruikt voor de formulerings doeleinden.Volgens de Ayurvedische theorie, elk onderdeel van het universum is dravya en heeft een medicinale nut. Medicijnen zijn afgeleid van kruiden, mineralen en dierlijke oorsprong, zijn allemaal dravya. Charaka Samhita, heeft de Ayurvedische klassieken beschreven dravya naar de kern voor de Ayurvedische apotheek.

• Dravya is een georganiseerde ding. Eigenschap van een stof kan worden veranderd, maar niet de inhoud. Ayurveda maakt gebruik van medicijnen als een geheel voor therapeutische werking en dat het georganiseerd blijft.
• Parameters zoals smaak, eigenschapen zijn alleen aanwezig in de dravya. Volgens Ayurveda, een medicijn werkt  in zeven meetbare factoren en deze zijn vanzelfsprekend de natuurlijke dravya. Het bewijst nogmaals het belang van dravya.
• Bij het bereiden van Ayurvedische poly-kruidengeneesmiddel (enkelvoudige of meervoudige kruiden), is dravya het belangrijkste ingrediënt. Afkooksels, infusen, en poeders worden bereid uit medicijnen van natuurlijke bron.

• RASA (smaak)

De kennis van Rasa of smaak wordt geacht belangrijk als de kennis van Doshas voor de doelstelling van behandeling. Caraka brengt dit heel beknopt als volgt over: Als een arts goed vertrouwd is met de indeling van rasasand doshas begaat hij/zij zelden een vergissing in de diagnose en behandeling van een ziekte. 

Er zijn zes smaken geïdentificeerd door Ayurveda: 

• Madhura (zoet)
• Amla (zuur)
• Lavana (zout)
• Katu (scherp)
• Tikta (bitter)
• Kashaya (samenwerkende eigenschap)

Elk van de zes smaken die Ayurvedisch zijn, heeft zijn eigen kwaliteiten of guna. Een smaak kan licht of zwaar, vochtig of droog zijn. Deze specifieke kenmerken die uniek zijn voor elke smaak beïnvloeden en hoe zal het ons beïnvloeden, zowel onmiddellijk en op de lange termijn.Smaken die licht zijn, zijn over het algemeen makkelijker te verteren en te assimileren, terwijl die zware smaken worden beschouwd vanuit een Ayurvedische oogpunt en nemen meer energie om het te verteren.Vochtige smaken hebben een olie achtig effect op het lichaam. Een droge smaak, wordt gegeten voor de  overtollig en kan uitdrogend zijn.

• Madhura (zoet) 
  Deze smaak is zwaar, vet en koel van natuur. Wanneer het matig wordt gebruikt, brengt het energie en vitaliteit in het lichaam, kalmeert branderig gevoel en heeft een positief effect op de huid en haar. Verwennerij in zoete voedingsmiddelen kan verergeren van de Kapha Dosha en veroorzaakt congestie, hoesten en zwaarte. Het balanceert Vata en is rustgevend voor Pitta. 
  
  Is te vinden in:  Melk en zuivelproducten (boter, ghee en room), granen (tarwe, rijst en gerst), peulvruchten (bonen en linzen), zoete fruit (bananen en mango's) en fruit wortelen (zoete aardappelen en bieten).

• Amla (zuur) 
  Deze smaak verbetert de eetlust, bevordert de spijsvertering en heeft een opwarmend effect op het lichaam. Het kan indigestie, maagzuur en zweren  creëren. Deze smaak vermindert Vata en verhoogt Pitta en Kapha.  
  
  Is te vinden in:  Citrusvruchten (zoals citroen en limoen), zure melkproducten (zoals yoghurt, kaas en zure room), en gefermenteerde stoffen (azijn, augurken en sojasaus).

• Lavana (zout) 
  De zoute smaak is warm en zwaar van natuur. Wanneer het met mate wordt genomen geeft het energie, bevordert de groei en stimuleert het vasthouden van water. Echter te veel zout in het dieet kan leiden tot hoge bloeddruk, zwellingen, zweren, en verzuring. Zoute smaak verhoogt Pitta en Kapha en vermindert Vata. Vanwege zijn vermogen om de spijsvertering te stimuleren, is het sterk aanbevolen voor Vata mensen.  
  
  Is te vinden in: Elke zout (zeezout en steenzout), zeegroenten (zoals zeewier en kelp) en levensmiddelen waaraan grote hoeveelheden zout wordt toegevoegd (zoals noten, chips en augurken).

• Katu (scherp) 
  Het is warm, licht en droog van natuur, helpt bij de spijsvertering en de bloedsomloop en reinigt het overtollige vet uit het lichaam. Bij overmatig gebruik kan ontsteking, irritatie, diarree, brandend maagzuur en misselijkheid veroorzaken. Scherpe smaak verhoogt Vata en Pitta. Door zijn vermogen om vet op te lossen, is het aan te raden voor mensen met een verzwaarde Kapha Dosha.  
  
  Is te vinden in: Bepaalde groenten (zoals chili pepers, knoflook en uien) en in specerijen (zoals zwarte peper, gember en cayennepeper).

• Tikta (bitter) 
  Deze smaak is koel, licht en droog van natuur. Het kan vermagering, vermoeidheid en duizeligheid veroorzaken. Bittere smaak verhoogt Vata en vermindert Pitta en Kapha. Het is vooral balancerend voor Pitta, omdat het helpt om af te koelen van overtollige warmte, het verbetert spijsvertering en het verbetert de leverfunctie.  
  
  Is te vinden in: Groene bladgroenten (zoals spinazie en groene kool), andere groenten (courgette en aubergine), koffie, thee, en fruit (zoals grapefruits, olijven en bittere meloen).

• Kashaya (samentrekkende eigenschappen) 
  Het koelt, droogt en heeft van aard een zware samentrekkende eigenschap en helpt bij het verbeteren en absorptie en heeft een antiontsteking eigenschap. Het kan ook constipatie en stagnatie van het verkeer creëren. De wrange smaak verhoogt Vata en vermindert Pitta en Kapha.  
  
  Is te vinden in:  peulvruchten (zoals bonen en linzen), fruit (granaatappels, peren, en gedroogd fruit), groenten (zoals broccoli, bloemkool, asperges en raap), granen (zoals rogge, boekweit), koffie en thee.

Prabhava (specifieke eigenschap) 
Prabhava is de specifieke eigenschap van een stof die acties produceert in  verschillen van en in tegenstelling tot die toegeschreven zijn aan rasa, guna, virya en vipaka. Prabhava vertegenwoordigt de karakteristieke en specifieke acties van stoffen die niet in termen van de farmacologische werking van de verschillende afzonderlijke bestanddelen principes apart genomen kan worden. Dit concept legt duidelijk uit het feit dat de reden waarom hele medicijn effectiever is en veiliger dan de geïsoleerde fragmenten.  

 VIPAKA (METABOLTE) 

Vipaka, wanneer we eten of drinken komt de stof in contact met jathar Agni (spijsvertering vuur). Als de Jathar Agni in de normale toestand in staat is (Pachan) wordt de stof die gegeten is verteerd. Tijdens deze vertering van het voedsel ondergaat er vele bio transformationele veranderingen. In dit proces van Paak (fysiologische toestand van de spijsvertering) vanwege verschillende mate van vertering, vindt de transformatie van rasa plaats. Deze verandering van rasa in de stof is een bepaalde soortgelijke of ongelijksoortige rasa en wordt vipaka genoemd. Na voltooiing van de spijsvertering, wordt de stof of het voedsel ingenomen en maakt bepaalde handeling waarmee het proces waarin de stof is ondergaan in procedures.Vandaar dat vipaka wordt beoordeeld door anumana (gevolgtrekking na observatie). De effecten van vipaka begint na de volledige spijsvertering die is voltooid. 

De vipaka vormen zijn:
 1. Madhur vipaka 
2.Aamla vipaka 
3. Katu vipaka

Madhur vipaka verhoogt kapha dosha, aamla vipaka verhoogt pitta en katu vipaka verhoogt vata. Madhur rasa (zoete smaak) en lavan rasa onder gaat meestal Madhur vipaka, aamla rasa (zure smaak) produceert meestal aamla vipaka. Katu rasa (scherp), tickt rasa (biiter) en kashaya rasa (samentrekende ) produceert katu vipaka (scherp). Als voorbeeld van draksha (druiven) die ondergaat Madhur vipaka. Rasa is pratyaksh (direct bekend om onze zintuigen), maar vipaka wordt afgeleid uit het effect. Saindhav Lavan (steenzout) of zelfs Samundra Lavan (keukenzout) ondergaat Madhur vipaka. Amlaki (Indische gans berry) dat Amal rasa bezit ondergaat Madhur vipaka en niet Amal vipaka zoals verwacht. Integendeel sunthi, die van katu rasa, ondergaat katu vipaka alleen. Bijgevolg Marich (zwarte peper), een shleshma hara (onderdrukt kapha), maar het is ook avrishya, in vergelijking met de sunthi ook een shlesham hara (onderdrukt kapha) enigszins maar niet avrishya vanwege het ondergaan Madhur vipaka. Deze speciale eigenschap maakt sunthi en wordt gebruikt, als er kapha vitiation en missen vrishya principe in het lichaam, terwijl Marich is waardevol in kapha vitiation zonder gevolg angst voor avrishyatwa.Duidelijk is te zien dat de mate van khapahara (onderdrukken kapha) principe Marich groter is dan sunthi. Deze subtiele punten van verschil zijn zorgvuldig opgemerkt.

Virya (werkzaamheid)

Biologische eigenschappen:           
De kracht waarmee een geneesmiddel fungeert is bekend als Virya. Eigenlijk is het een ultra chemische werking van de medicijnen. Het kan twee soorten zijn.
 · Ushna (warm)
· Shita (koud)
Oude geleerde Charaka heeft een specifieke uitleg over dit gegeven.           
  "De smaak (rasa) van een stof wordt gevoeld bij het begin alleen dat wil zeggen wanneer de stof in contact komt met de tong, en na de spijsvertering verandering (vipaka) wordt gevoeld wanneer de definitieve gevolgen van de spijsvertering worden geproduceerd; terwijl de potentie (vipaka) wordt waargenomen en zou in het lichaam moeten beginnen bij de eerste ingang van de mond. Potentie is de kracht waarmee een handeling plaatsvindt. Niets kan worden uitgevoerd in afwezigheid van sterkte (virya). Elke actie is het gevolg van de potentie.

• GUNA (FYSIEKE EIGENSCHAPPEN)

Guna is het Sanskriet woord eigenschap of kwaliteit, maar heeft een bredere betekenis. Een guna is ook een invloed of impuls. Het kosmische stof is opgebouwd uit de drie gunas. Alles op aarde heeft ook een overheersende guna. Net zoals ons lichaam bevat alle elementen, onze geest heeft van elke guna wat.  De drie fundamentele guna / kwaliteiten zijn:

• Sattva (intelligentie, zorgt voor balans)
• Rajas (energie, veroorzaakt onbalans, actie, passie)
• Tamas (stof, traagheid, onwetendheid)

Sattva
Sattva is de kwaliteit van intelligentie, deugd en goedheid en zorgt voor harmonie, evenwicht en stabiliteit. Het is licht (niet zwaar) en licht van natuur. Het bezit een innerlijke en opwaartse beweging en brengt het ontwaken van de ziel. Sattva biedt geluk en tevredenheid van blijvende aard. Het is in principe van de duidelijkheid, breedte en vrede, de kracht van de liefde, dat alle dingen samen verenigt.

Rajas
Rajas is de kwaliteit van de verandering, de activiteiten en turbulentie. Het introduceert een onevenwicht dat een bestaande evenwicht verstoort. Rajas is gemotiveerd in haar optreden, steeds op zoek naar een doel dat geeft macht. Het bezit uiterlijke beweging en zorgt zelf voor actie die leidt tot fragmentatie en desintegratie. Terwijl op korte termijn Rajas is het stimuleren en biedt plezier, vanwege zijn onevenwichtige aard resulteert snel in pijn en lijden. Het is de kracht van de passie die nood en conflicten veroorzaakt.

Tamas
Tamas is de kwaliteit van saaiheid, duisternis en de inertie is zwaar, dekmantel of belemmeren in haar optreden. Het fungeert als de zwaartekracht die dingen vertraagt en houdt ze in bepaalde beperkte vormen. Het bezit een neerwaartse beweging die bederf en ontbinding veroorzaakt. Tamas brengt onwetendheid en misleiding in de geest en bevordert ongevoeligheid, slaap en verlies van bewustzijn. Het is het principe van de materialiteit of bewusteloosheid die veroorzaakt bewustzijn versluierd worden.

• KARMA (actie)

Ayurveda heeft geclassificeerde medicijnen volgens de farmacologische activiteit.